Selecteer een pagina

COLUMN
NIEYA VAN NIE

 

 

Doe ik het goed?

23 juni 2021

Er is altijd wat in de klas. ‘Mevrouw ik heb mijn boek niet bij’, ‘Mevrouw mag ik naast Jaap* zitten?’, ‘Hallo mevrouw, Jasper* is nog even naar de conciërge, hij is zijn laptop vergeten’. Dit hoor ik niet in één lesuur, maar binnen de eerste paar seconden terwijl ik de klas binnenloop. Information overload, maar het is aan mij als docent om daar zo goed mogelijk mee om te gaan en op te antwoorden (of niet). ‘Geen boek bij is één strike, Saskia*’, ‘Nee Tim* je moet op de plek zitten die je mentor jou heeft gegeven’, ‘Okay, hij moet wel opschieten want we gaan zo beginnen met de les’. Dit alles met mijn kopje koffie nog in mijn hand – ik heb nog geen tijd gehad om het neer te leggen op mijn bureau. Ik trek de deur achter mij dicht, en dan begint het echte werk.

Brugklassertjes zijn echt geweldig, maar ze vragen veel, willen veel mededelen en hebben een energieniveau dat ik alleen maar kan bereiken met twee dubbele espresso’s en een Cola Energy. Daar krijg ik teveel hartkloppingen van, dus blijft het bij een gemiddeld energieniveau en een middagdutje als ik weer thuis ben. ‘Doe ik het nou goed?‘. Niet alleen brugklassers stellen veel vragen, ik stel zelf ook veel vragen over mijn handelen als docent. Als beginnende docent spookt die vraag meerdere malen door mijn hoofd, zowel tijdens de les als daarbuiten. Je kan natuurlijk feedback vragen van andere docenten, begeleiders en medestudenten, maar je moet het ook vanbinnen voelen – JA, IK DOE HET GOED.

Ik zou liegen als ik zeg dat ik het altijd goed doe. Dat zou ook gek zijn, het onderwijs is immers écht niet makkelijk en het kan soms een tijdje duren voordat je het allemaal onder de knie hebt. Orde houden, vakdidactisch handelen, pedagogisch handelen…allemaal factoren die tijdens de les perfect in balans moeten zijn. Ik betrap mezelf er vaak op dat ik na een actie of een handeling direct ga reflecteren of het de juiste was. Dit resulteert vaak in een Whatsapp videobelgesprek met mijn moeder na de les. Orde houden, vakdidactiek en pedagogiek stromen al jaren door haar bloed … Bestond er maar een bekwaamheidstransfusie. Dat zou veel werk schelen. Nu moet ik het doen met (veel) vragen stellen en veel proberen. ‘Hoe had ik op haar moeten reageren?’, ‘Had ik hem de klas uit moeten sturen?‘, ‘Had ik haar moeten negeren?‘ Ik voel me dan net een brugklassers als ik met al die vragen aan kom zetten bij anderen. Maar ik blijf vragen, ik blijf leren en ik blijf ontwikkelen. Je afvragen of je het goed doet is niet erg, vallen en opstaan is niet erg. Vragen stellen is niet erg. Dat hoort erbij en dat hebben de brugklassers al vroeg door.

*Geen echte namen van mijn leerlingen

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *